Mijn grootste angst als schrijver: Taalvouten!
Dit kun jij niet
Het beeld dat ik veel taalfouten maak, zit al vanaf mijn jeugdjaren in mijn systeem gebrand. Veelvuldig kreeg ik thuis te horen dat ik deze zin zo niet op kon schrijven of een “d” of een “t” verkeerd had neergezet toen ik met trots mijn geschreven opdracht voor school liet lezen. De focus lag erg op wat niet goed was, zonder dat er aandacht uitging voor de inhoud van het verhaal. Toen ik begin twintig was, liep ik al met de gedachten rond om ooit een keer een boek te schrijven. De stap daartoe zetten, was toch echt te groot voor mij. Gedachten als “dit gaat mij niet lukken met al die taalfouten die ik maak” of “ik ben de enige die zoveel taalfouten maakt” of “ik zal de juiste spelling- en grammatica nooit onder de knie krijgen”. Zo bleef ik maar door gaan met mezelf de grond in te praten en zag niet in dat iedereen op zijn tijd wel eens taalfouten maakt.
Gewoon doen!
De drang om daadwerkelijk een boek te gaan schrijven, kon ik op een gegeven moment niet meer negeren. Daarvoor had het schrijven al een veel te grote plek in mijn leven ingenomen. Dagboeken schreef ik vol. Op een dag besloot ik gewoon te beginnen en me niet druk te maken om taalfouten. Ik schreef en schreef wat er in me op kwam. Tijdens het schrijfproces keek ik maar enkele keren naar mijn taalfouten. Mijn schrijfcoach en tevens eindredacteur, zou uiteindelijk de taalfouten er wel uitpikken. Na één jaar schrijven was het zover, mijn manuscript was af! Schoorvoetend stuurde ik het op voor de eindredactie. Met het schaamrood op mijn wangen duwde ik op de knop “verzenden”. Het was nu toch wel een dingetje om mijn taalfouten te laten zien aan een buitenstaander, ook al is het haar werk om mij daarin te helpen. De innerlijke criticaster kwam mij weer vertellen “Het is niet goed genoeg”.
Enkele weken later plopte er een mail op met de gecorrigeerde van mijn manuscript. Uit angst om wat ik te zien zou krijgen, durfde ik het bestand niet te openen. Mijn nieuwsgierigheid won het van de angst en een paar dagen later opende ik het bestand alsnog. Veel rode correcties dansten over het scherm, maar toch het viel best mee! Ik bleek een master te zijn in het gebruik van hulpwerkwoorden, maar de taalfouten van bijvoorbeeld “d” of “t” waar ik altijd zo bang voor ben, vielen mij enigszins mee. Ze waren er zeker, maar ik maakte het probleem in mijn hoofd veel groter dan het daadwerkelijk was. Er viel een last van mijn schouders en voelde de opluchting door mijn lijf heen stromen. Met een lach op mijn gezicht dacht ik “Ik ben niet zo slecht als ik denk".
Fouten maken om van te leren
Voortaan zie ik mijn taalfouten als een proces waaruit ik veel kan leren en niet meer als mijn gebrek. Met veel plezier schrijf ik boeken, een dagboek en een blog. Hoe meer ik schrijf, hoe vaardiger ik zal worden. Gegarandeerd dat er in deze blog ook taalfouten te bespeuren zijn. Ik ben, net zoals ieder ander, niet perfect. Het gaat er mij om dat je kunt volgen wat ik je wil vertellen.
In mijn volgende blog vertel ik je over het ontstaan van mijn autobiografisch boek "Overprikkeld, mijn leven met MS".
Reacties
Een reactie posten